Reddingshondenwerk

Bij het reddingshondenwerk wordt ook gespeurd, maar dan op een andere manier: nu gaat het er om slachtoffers te vinden.

De taak van een reddingshond (search and rescue, afgekort SAR) is het zoeken naar en vinden van slachtoffers. Slachtoffers zijn mensen die liggen, zitten, hangen of begraven zijn. De hond heeft bewezen zeer effectief te zijn in het op sporen van mensen want hij beschikt over een geweldig reukvermogen en over instinct om gebieden af te zoeken. Bij het zoeken naar slachtoffers wordt gebruik gemaakt van de natuurlijk aanwezige jachtdrift van de hond. Voor reddingshondenwerk zijn vele rassen en ook rasloze honden geschikt. Behalve dat ze aanleg moet hebben voor dit werk is echter ook hun bouw van belang. In de praktijk zijn het vooral middelgrote behendige rassen die aan Reddingshondenwerk doen, zoals de Duitse, Nederlandse en Belgische herdershondenrassen, de Labrador en de Golden Retriever (maar ook de Nova Scotia Duck Tolling Retriever). Voor een hond aan de Reddingshondenwerk-opleiding kan beginnen moet hij goed zijn gesocialiseerd en een behoorlijke basisgehoorzaamheid hebben.

Wat is er zo leuk aan reddingshondenwerk?

Voor de hond is het een vorm van “thuiskomen”. Hij kan in reddingshondenwerk al die dingen kwijt waarvoor hij oorspronkelijk bedoeld was: jachtpassie, speurzin, will to please en natuurlijk ook zijn energie.

Voor een baas betekent reddingshondenwerk werken met een vaak zeer gemotiveerde hond en daarnaast krijgt hij of zij interessante puzzels op te lossen waarbij kennis van de meest uiteenlopende zaken noodzakelijk is (van abseilen tot aan het bedienen van een GPS of het inschatten van instortingsgevaar van een te doorzoeken pand). De veelzijdigheid, de lol van de hond en het gevoel dat je bijdraagt aan iets nuttigs: het zoeken naar iemands dierbare waar met smart op wordt gewacht: reddingshondenwerk geeft hierdoor extra zin aan het werken met je hond.

Je kunt een hond trainen voor reddingshondenwerk om hem inzetbaar te maken bij rampen en zoekacties. Maar reddingshondendiploma’s halen en aan wedstrijden meedoen wordt ook als sport beoefend. Combinatie van praktijkhond en sporthond komt ook voor.

De honden dienen een hoge mate van zelfstandigheid te ontwikkelen. Getraind wordt op basis van motivatie, positieve bekrachtiging en shaping. Beloningen worden gegeven in de vorm van voedsel of favoriete speeltjes, afhankelijk van de voorkeur van de hond. Volgen van het IPO-R programma is voor werk en sport een must. Het IPO-R programma bestaat uit appèl, hindernissen en zoekwerk. De examens en wedstrijden zijn er in verschillende disciplines: vlakterevieren, puin, lawine en waterwerk. De diploma’s zijn er weer op verschillende niveaus. Het eerste heet reddingshondengeschiktheidsdiploma, daarna volgen niveau A en B, bij lawinezoeken nog niveau C, en bij waterwerk ook niveau D.

Waar kan ik deze sport beoefenen?

In heel Nederland zijn diverse reddingshondengroepen actief. Sommige zijn in hoofdzaak gericht op het praktijkwerk, andere op de sport.

De groepen verzorgen de opleiding voor hun leden. Trainen is intensief. De deelnemers zijn niet alleen bezig met hun eigen hond maar fungeren ook regelmatig voor elkaar als “slachtoffer”. De opleiding kan verder gaan dan alleen het werk met de hond en bijvoorbeeld ook lessen EHBO voor mens en hond, portofooncommunicatie, kaart-, kompas- en GPS-training omvatten en/of conditietesten en abseilen met de hond.
Voor meer informatie: Nederlandse Reddingshonden Bond: www.nrhb.nl