Speuren
Speuren is een vaardigheid waar alle honden over beschikken: een hondenneus kan fenomenale dingen en speuren hoeft een hond niet te leren. Maar er is wel verschil tussen honden, en voor de geschiktheid van de hond om speuren als sport (of werk) uit te oefenen is het ook belangrijk of de hond gemotiveerd is om volgens opdracht een spoor uit te werken. Is dat het geval dan kun je voor speuren gaan trainen. Speuren als sport is er voor werkhonden en voor jachthonden. Bij jachthonden wordt het zweetwerk genoemd. Zweet is de benaming voor het bloed van het door een schot of aanrijding gewond dier.
Voor jachthonden is zweetwerk een belangrijke discipline van speuren. Zweetwerk is het uitwerken van een spoor van een door een schot of aanrijding gewond dier (of een nabootsing daarvan).
Eigenaars met getrainde honden kunnen zich door politie of jachtopzieners laten oproepen als gewond wild moet worden getraceerd. Voor in zweetwerk getrainde honden worden testen en proeven georganiseerd (volgens Orweja-reglement).
Sommige jachthonden hadden als werktaak het uitwerken van sporen van te bejagen wild. Ook dat soort speuren kan worden getraind voor de praktijk en als sport worden beoefend.
Waar kan ik deze sport beoefenen?
Trainingen in speuren worden voornamelijk verzorgd door of vanuit hondensportverenigingen, rasverenigingen en/of particuliere trainers/hondenscholen.
Federatie Hondensport Nederland
Alle honden kunnen speuren, daarom heeft bijvoorbeeld de FHN een reglement geschreven voor alle hondenrassen. Het reglement bestaat uit 5 categorieën oplopend in moeilijkheidsgraad.
De trainingsmethode verschilt per hondenschool. De FHN schrijft geen trainingsmethode voor. De aangesloten hondenscholen kunnen wel een beroep doen op de officials van het speuren voor het krijgen van tips en uitleg. Denk bijvoorbeeld aan vragen over trainingslocatie, grondsoorten, materialen e.d.
Het belangrijkste van speuren is het vertrouwen hebben in je hond. Je kunt de hond niet sturen zoals vaak beginnende speurders proberen. Speuren doe je samen. De geleider loopt de sporen voor de hond, al dan niet met voer en voorwerpen, de hond volgt het spoor een “tijd” later. De hond geeft aan of hij iets gevonden heeft, het zgn. verwijzen.
Belangrijk in het lopen van sporen is dat je goed moet weten waar je loopt (en waar je gelopen hebt). Als eerste steek je een “stok” in de grond. Het beginpunt. Neem voordat je gaat lopen de omgeving in je op, ga op zoek naar herkenningstekens, dit kan bijvoorbeeld een paaltje van een hek, een boom, een plant, een molshoop etc. zijn . Wij kunnen de sporen niet zien, laat staan ruiken. Gelukkig hebben we een hond die dit wel kan. Zijn neus is vele malen beter ontwikkeld dan die van een mens. Laat je niet verrassen, in negen van de tien gevallen heeft de hond altijd gelijk, als het om zijn neus gaat.
Ons advies is dan ook, ga samen met anderen speuren en kijk bij elkaar, loop met elkaar mee en leer dan ook van elkaar. Het is een sociale tak van hondensport zowel voor de mens maar ook voor de hond.
Om te beginnen is een lijn, een wat bredere halsband, en doorzettingsvermogen voldoende.