Kanker bij honden

 

Wat is Kanker?

Kanker is een groei van cellen met afwijkend erfelijk materiaal. Deze celgroei, ook wel gezwel of tumor genoemd, is vaak door het lichaam zelf niet meer onder controle te krijgen. Kanker is niet één ziekte, want gezwellen kunnen ontstaan in ieder soort weefsel in het lichaam. Hierdoor ontstaan er zeer veel verschillende soorten kanker. Kwaadaardige vormen hebben de eigenschap zich te verspreiden naar allerlei plaatsen in het lichaam. Dit gebeurt wanneer kankercellen in de bloedbaan of de lymfevaten komen en zo door het lichaam worden vervoerd. Uitzaaiingen van kanker, ofwel metastasen, veroorzaken vaak de ergste problemen voor de patiënt. Sommige kwaadaardige tumoren zaaien niet uit of pas laat, maar kunnen door hun grootte en indringing in de omgeving toch veel schade veroorzaken. Tumoren die niet uitzaaien en niet in hun omgevingen ingroeien, noemt men goedaardig.

Wat zijn de symptomen?

Als uw dier één of meerdere van de volgende verschijnselen vertoont, kan er sprake zijn van kanker:
 – Abnormale verdikkingen die niet verdwijnen of juist toenemen in grootte
 – Wonden die niet genezen
 – Vermagering
 – Afname van de eetlust; moeilijkheden met kauwen of slikken
 – Bloedverlies of een andere uitvloeiing uit een lichaamsopening
 – Onaangename geur
 – Benauwdheid of hoesten
 – Verminderde zin om te gaan wandelen of verminderd uithoudingsvermogen
 – Blijvende kreupelheid of stijfheid
 – Moeilijkheden met urineren of produceren van de ontlasting

Andere verschijnselen zoals zich afzonderen, pijn, bleke mondslijmvliezen, veel drinken en plassen, of overdreven veel eten kunnen ook voorkomen en zijn afhankelijk van de soort tumor. Wees alert op veranderingen in het gedrag en de fysieke gesteldheid van uw huisdier! Wachten of een bultje groeit is de grootste fout die kan worden gemaakt. Neem daarom altijd direct contact op met uw dierenarts bij verdachte symptomen. Hoewel de symptomen bij uw dier op kanker kunnen wijzen, is het uitsluitend een dierenarts die deze diagnose kan stellen. Voor een juiste diagnose is het altijd nodig wat materiaal uit de tumor te halen voor verder onderzoek. Dit heet een biopsie en kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd met een injectienaald. Hierbij worden enkele cellen uit de tumor gezogen en op een glaasje gesmeerd. Zo’n dunne naaldbiopsie is niet belastend voor het dier en er is geen kans dat de tumor hierdoor uitzaait. Op deze manier kunnen ook gezwellen in de buik- of borstholte worden onderzocht. Biopten met dikkere naalden of chirurgische verwijdering van een deel van het gezwel kunnen soms meer informatie opleveren.

Het is ook van belang eventuele uitbreiding van de tumor in het lichaam vast te stellen. Afhankelijk van het type tumor kan uw dierenarts een bloedonderzoek of het maken van rontgenfoto’s voorstellen. Soms is endoscopie, echo-onderzoek, een CT of MRI-scan, of radio-isotopenonderzoek nodig. Pas na vaststelling van de ernst en de aard van de ziekte is het mogelijk een definitief behandelplan op te stellen. Afhankelijk van de ernst van de ziekte en welk onderzoek of behandeling zal moeten plaatsvinden, bestaat de mogelijkheid dat uw dier wordt doorverwezen, bijvoorbeeld naar een onderzoeksinstituut of een dierenarts, gespecialiseerd op het gebied van kanker bij gezelschapsdieren. Bij mensen met kanker geneest zeker de helft van hun ziekte. Een toenemend aantal patiënten, voor wie genezing niet meer mogelijk is, blijft dankzij nieuwe ontwikkelingen binnen de oncologie, wel steeds langer leven en leert beter met hun ziekte om te gaan. Ook dieren met kanker zijn steeds vaker te genezen. In een aantal gevallen zal volledig herstel echter ook hier niet mogelijk zijn. Maar wel kan door behandeling een betrekkelijk stabiele situatie ontstaan. Het dier kan hierdoor, met behoud van een goede levenskwaliteit, vaak nog voor een langere periode deel blijven uitmaken van het gezin. Bij aandoeningen bij dieren, zoals chronische nierziekten, chronisch hartlijden en slijtage van gewrichten, is goede behandeling allang een volledig normale werkwijze. Maar op het gebied van doelgerichte behandeling van tumorziektes bij onze gezelschapsdieren is nog veel onderzoek nodig.

De zorg voor een dier met kanker en de kwaliteit van zijn/haar leven is voor het KankerFonds voor Dieren het allerbelangrijkste. Onze doelstelling is het verbeteren van de behandeling van dieren met kanker. We doen dit door:
 – Het verstrekken van informatie aan huisdiereigenaren over de ziekte, het onderzoek en de mogelijke behandelingsmethoden.
 – Het bevorderen en ondersteunen van onderwijs, wetenschappelijk onderzoek, diagnostiek en behandeling van kanker bij gezelschapsdieren. Verder stimuleert het NKFD voorlichting en wetenschappelijke bijeenkomsten op het gebied van kanker bij dieren.

Voor kankerbestrijding bij dieren is veel geld nodig. Voor de financiering van haar werkzaamheden is het Nederlands KankerFonds voor Dieren uitsluitend afhankelijk van donaties. Help ons alstublieft zodat we samen kanker bij dieren de baas kunnen worden! Word donateur.

bron: www.nkfd.nl

kankerbijhonden.nl
Stichting FICCA

Chemotherapie

De kennis over tumoren bij huisdieren is de laatste jaren toegenomen. Ook over de behandelingsmogelijkheden weten we steeds meer. Van oudsher stond en staat chirurgische verwijdering van een tumor op de eerste plaats. Er zijn echter nogal wat tumoren, die niet of niet volledig verwijderd kunnen worden. In die gevallen kan soms chemotherapie of radiotherapie (bestralen) worden voorgesteld. Over het toepassen van chemotherapie is de laatste tijd veel discussie. Er zijn voor- en tegenstanders, zowel onder eigenaren als dierenartsen en er zijn vooral veel misverstanden. Emoties spelen mee en dat is logisch, want het gaat altijd om de behandeling van ernstige ziektes, meestal tumoren, en soms ook ziektes van het afweersysteem. Iedereen wil het beste voor zijn dier, maar moet je hem dan blootstellen aan dit soort middelen? Eigenaren maken zich in de eerste plaats zorgen over de mogelijke bijwerkingen. Iedereen kent in zijn omgeving wel mensen, die chemotherapie hebben ondergaan en daar behoorlijk ziek van kunnen zijn.

Eerst maar eens wat feiten. Cytostatica – dat zijn de medicijnen, die bij chemotherapie worden gebruikt – zijn stoffen, die op zichzelf ook kankerverwekkend zijn. Ze kunnen het DNA beschadigen en zijn gevaarlijk voor de ongeboren vrucht. Een dier, dat met cytostatica wordt behandeld, kan tot ongeveer een week daarna deze middelen uitscheiden via urine, ontlasting, speeksel en braaksel. Het milieu en de leefomgeving van de hond, inclusief de eigenaar en zijn gezin, worden hiermee dan ook belast. De hond, die zichzelf likt, brengt het middel op de vacht. De eigenaar kan het contact met deze middelen zoveel mogelijk beperken, maar niet voorkomen. Aanraken kan al schadelijk zijn. De wet stelt hoge eisen aan opslag, bereiding en toediening van deze middelen. Ze moeten dubbel worden verpakt, ze moeten worden bewaard in een aparte koelkast, er moet een breukprotocol zijn, injectievloeistoffen moeten in een speciaal geventileerde kast worden klaargemaakt voor gebruik, er is beschermende kleding vereist tijdens toediening, etc.

Hoe staat het met de effectiviteit van deze middelen? Bij de ziekte van Cushing, een ziekte die het gevolg is van een bijniertumor of een hypofysetumor, die verkeerde berichten naar de bijnier stuurt, bestaat veel ervaring. In een aantal gevallen kan een hond genezen na behandeling met een cytostaticum. De behandeling is met tabletten, die de eigenaar gedurende 6 weken moet ingeven. Daarna heeft de hond wel levenslang andere medicijnen nodig. Bij ziekten van het afweersysteem, waarbij tumoren dus geen rol spelen, worden soms ook cytostatica ingezet. Er is echter geen onderzoek naar de effectiviteit gedaan. We weten dus in feite niet of deze middelen werken, maar men vermoedt het of neemt het aan. Bij tumoren worden cytostatica veelvuldig ingezet. Het doel is zelden genezing, maar veel vaker verbetering van de kwaliteit van het leven en levensverlenging. Bij een beperkt aantal tumoren zijn deze effecten bewezen. Het bekendste voorbeeld bij de hond is lymfklierkanker (maligne lymfoom). Van de honden die niet worden behandeld is 50 % binnen 6 weken na de diagnose overleden. Van de dieren die wel worden behandeld is 50 % na een jaar nog in leven. In veel gevallen wordt chemotherapie ingezet bij tumoren, ondanks dat de effectiviteit niet of onvoldoende is onderzocht.

Dan de bijwerkingen. Doseringen worden zo gekozen, dat de kans op bijwerkingen beperkt is. Doel is immers niet genezing, maar verbetering van de kwaliteit van het leven. Haaruitval treedt zelden op, braken bij 30 % van de honden. Op dit punt is er dus een groot verschil met de situatie bij de mens.

In de discussie over chemotherapie zijn twee stromingen te onderscheiden. De ene stroming wordt vertegenwoordigd door dierenarts Johan de Vos uit Terneuzen. Deze bevlogen collega heeft veel ervaring met chemotherapie en is van mening, dat je dit een dier eigenlijk niet moet onthouden, als er daarmee een kans is op een kwalitatief beter leven. Waarom zou je een dier wel opereren, wat toch behoorlijk belastend kan zijn, maar aansluitend geen chemotherapie geven, als zijn kansen daardoor beter worden? Als vertegenwoordiger van de tweede stroming zou je dr. Erik Teske kunnen zien. Hij is oncoloog aan de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren in Utrecht. Hij stelt, dat cytostatica zo gevaarlijk kunnen zijn voor mens, dier en milieu, dat het gebruik ervan alleen is te rechtvaardigen als er een wetenschappelijk bewezen effect is. Dat is tot nu toe bij maar enkele tumoren het geval. In alle andere situaties zou behandeling deel moeten uitmaken van een wetenschappelijk onderzoek, zodat statistische gegevens verzameld kunnen worden over de effectiviteit. Verder is hij van mening dat deze stoffen alleen zouden mogen worden toegepast in specialistische centra. Hoe denkt u erover?

Geschreven door
W.C.M. van den Heuvel en M.W. van der Wijden dierenartsen voor gezelschapsdieren