Vachtverzorging
Tollers in de ruiperiode
De Toller heeft een vacht die het hele jaar door wat haar verliest met twee ruiperiodes per jaar waarbij de zomer of wintervacht er uit gaat en ze dus extreem verharen. Deze vachtcyclus verschilt wel per hond en factoren als medicijngebruik, voeding en castratie (hormonen) hebben hier invloed op. De Toller is ook een ras dat een zogenaamde castratenvacht kan ontwikkelen na castratie van reu of teef. Kenmerkend aan een castratenvacht is een wat doffe bovenvacht en veel ondervacht die soms door de bovenvacht heen komt. Die plukken kun je vaak makkelijk er uit halen met de hand, dit is dood haar.
Voor de optimale verzorging van een castratenvacht of een vacht in de ruiperiode is het belangrijkste onderdeel wassen! Wassen met warm water en het inmasseren van hondenshampoo zorgt ervoor dat de haren die er uit moeten makkelijk loslaten. Daarna wordt de hond geföhnd waardoor al die losse haren in één keer uit de vacht verdwijnen. Het is een redelijk zwaar, tijdrovend klusje maar absoluut beter dan elke week borstelen. Te veel borstelen zorgt ervoor dat de haren ook blijven loslaten waardoor er een soort vicieuze cirkel ontstaat.
Gebruik van furminator en coatking
Twee materialen die erg in trek zijn tegenwoordig zijn de furminator en coatking. Het resultaat is verbluffend, met weinig moeite haal je erg veel haar weg! Toch is een waarschuwing op z’n plaats: deze materialen zijn niet geschikt voor de Toller vacht! De reden dat er zoveel haar wordt verwijderd is omdat beide producten mesjes bevatten. Hiermee snijden ze als het ware door de vacht heen. Dit betekent dat ze ook de gezonde vacht aantasten die er nog niet uit hoeft. Het resultaat kan zijn: een korte vacht met lengteverschil die een verstoorde vachtcyclus ontwikkelt en daardoor juist meer gaat verharen. Deze producten kunnen wel gebruikt worden voor extreme castratenvacht. Houd er dan wel rekening mee dat je altijd met de haarrichting mee beweegt, absoluut niet teveel kracht zetten, niet te lang achter elkaar gebruiken en lange halen maken in plaats van veel korte bewegingen.
De verzorging van een castratenvacht
Een castratenvacht is de term voor een vacht van de hond na castratie. Door de hormoonwisseling na castratie vindt er een vachtverandering plaats. De vacht wordt voller, meer pluizig en groeit sneller. Hierdoor ontstaan klitten sneller en heeft de vacht meer verzorging nodig dan anders. Een castratenvacht kan ook ontstaan door (langdurig) gebruik van medicatie of ziekte.
Allereerst kunnen de meeste, al los zittende haren verwijderd worden met een zogenaamde herdershark. Strijk hiermee een paar keer over de rug, broek, schouderpartij en kraag. Pas wel op dit niet te vaak en te lang aan één stuk door te doen, dan kan de huid geïrriteerd raken. Veel kracht zetten is ook niet nodig. Als er wat overtollig haar uit is mag de hond in bad. Allereerst maak je de hond helemaal nat met warm water. Door de huid te masseren tijdens dit klusje zorg je ervoor dat het water tot de huid komt, dat is niet makkelijk bij een Toller die een dubbele, waterafstotende vacht heeft dus neem daar de tijd voor. Vervolgens masseer je op diezelfde manier de shampoo overal gelijkmatig in de vacht. Dit kun je best een paar minuten laten zitten voordat je de hond weer uitspoelt met warm water. Zorg wel dat je alle shampoo uit de vacht hebt verwijdert.
Zichtbare bubbeltjes in de natte vacht wijzen op shampoo resten. Zodra de vacht helemaal is uitgespoeld mag hij gedroogd worden met een handdoek. Die haalt alvast het meeste vocht uit de vacht. Vervolgens wordt de hond uit bad gehaald en, bij voorkeur op een tafel, gedroogd met een föhn of waterblazer. Bij een föhn is het handig om tijdens het föhnen ook de vacht door te borstelen met een slickerborstel. Op die manier word de hele vacht gedroogd en van los haar ontdaan. Je kunt eventueel de behandeling met de herdershark nog herhalen. Daarna is het zaak om vooral van de vacht af te blijven. Na zo’n behandeling zal de hond een paar dagen nog (extreem) haren verliezen maar daarna is hij ook even vrij van al het dode haar en zal het verharen de komende tijd extreem minder zijn.
Deze behandeling kan toegepast worden bij elke Tollervacht. Voor een Toller in de rui geldt wel dat de behandeling niet aan het begin van de ruiperiode moet gebeuren. Wacht even tot de hond (ongeveer) halverwege de ruiperiode is en pas dan deze behandeling toe.
Omdat zo’n behandeling intensief is voor hond en eigenaar is het ook mogelijk een trimmer te vragen dit klusje te doen. Een lijst van gediplomeerde trimmers per provincie is te vinden op: http://www.abhb.nl/trimsalons.html
Zie ook…
Trimadvies