Het karakter
De Nova Scotia Duck Tolling Retriever is gefokt als werkhond en dankt veel van zijn karaktereigenschappen juist aan het specifieke werk waarvoor hij is gefokt. In Nederland zal over het algemeen slechts van de apporterende eigenschap van de Toller op de praktische jacht gebruikt gemaakt worden. De Toller is een gepassioneerde apporteur die over genoeg kracht moet beschikken om een volwassen gans aan land te brengen. Het spreekt voor zich dat niet van elke Tollereigenaar verwacht wordt dat hij met zijn hond de jachtsport gaat beoefenen, andere hondensporten liggen ook binnen zijn mogelijkheden. Denk hierbij aan behendigheid, obedience en gehoorzaamheid. De Toller is een zeer intelligente hond met een groot uithoudingsvermogen. Hij is een kundige en sterke zwemmer en een natuurlijke en goede apporteur op land zowel als uit het water, waarbij hij zichzelf snel in actie brengt zodra er een indicatie gegeven wordt dat apporteren gewenst is. Zijn sterke wil om te apporteren en zijn speelsheid zijn essentieel voor zijn “Tolling” eigenschap. Zelfs een taak als hulphond of reddingshond zijn op zijn lijf geschreven.
De natuurlijke wil om te apporteren en zijn speelsheid zijn noodzakelijk voor de “tolling” eigenschap. Zoals ook van “voorstaan” bij staande honden kan worden gezegd, geldt dat de “tolling” eigenschap erfelijk bepaald is en niet of nauwelijks kan worden aangeleerd. De honden hebben een intens en natuurlijk plichtbesef. Met pups, jonge én volwassen honden moet worden getraind, maar het opbouwen van een hechte relatie door de kinderen balletjes te laten weggooien, die de Tollers steeds weer met plezier zullen gaan halen, is ook trainen. De mensen in Nova Scotia spreken ook niet van werken met de hond maar van “playing the dog”. Andere eigenaren zeggen dat het apporteer-maniakken zijn. “Als ooit iemand een balletje weggooit blijft de Toller hem net zolang terugbrengen totdat de arm van deze ongelukkige eraf valt”. Er is een verhaal bekend van een Toller die steeds zijn balletje meeneemt naar de top van een heuvel om hem daar te laten vallen. Vervolgens loopt hij er hard achteraan in een poging het balletje te pakken te krijgen voordat het beneden is. Dit spelletje kon zich uren lang herhalen.
De Toller vertoont in gedrag overeenkomsten en verschillen met andere retrieversoorten. Het ras is gevoelig en erg gehecht aan zijn roedel. De Toller is niet altijd zo’n allemansvriend als de Golden Retriever. Ten opzichte van vreemden stelt hij zich soms wat gereserveerd (maar zeker niet agressief) op. Ook in de training onderscheidt de Toller zich door de hoge mate van intelligentie. Een Toller zal niet klakkeloos doen wat zijn baas van hem vraagt, maar zelf nagaan of er niet een eenvoudigere manier is om het door de baas gewenste resultaat te bereiken. Dit maakt dat voor een goede training een geduldige aanpak is vereist. Het is deze gevoeligheid die in het hele wezen van de Toller zichtbaar is en het trainen tot een aparte uitdaging maakt. Het is dus ten zeerste aan te bevelen met de hond te wandelen, te trainen, te spelen, te sporten en/of te werken. Mits aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan de Toller een leuke en rustige “huishond” zijn.
Kindvriendelijk
In veel hondenencyclopedieën lees je bij de karakterbeschrijving “kindvriendelijke hond”. Iedere hond kan een kindvriendelijke hond zijn maar dat valt en staat met de socialisatie, géén enkele hond wordt kindvriendelijk geboren, hoe vaak ze dat ook in de hondenencyclopedieën schrijven. De eerste positieve ervaringen met kinderen zullen ze bij de fokker al moeten krijgen en zal bij de nieuwe eigenaar moeten worden uitgebreid.
Overleg ook eens met de school van uw kind voor het organiseren/geven van een SnuffelCollege. Aan het Sophia SnuffelCollege zijn voor basisscholen geen kosten verbonden. Zo zijn de lessen voor ieder kind toegankelijk..