SRMA (Steroid-Responsieve Meningitis-Arteriitis), AM (Aseptische Meningitis)
Opmerking vooraf
Ofschoon de inhoud van dit artikel meer gericht is op dierenartsen, heeft de redactie van WHG Nieuws toch gemeend de bijdrage van collega Boumans te moeten opnemen in het mei nummer 2006.
Inleiding
Aseptische meningitis is een aandoening van de hersenvliezen die voornamelijk gezien wordt bij opgroeiende honden. Het is een aandoening die zich kenmerkt door het plots ontstaan van hevige pijnlijkheid en onwil om te bewegen, vaak gepaard gaande met hoge koorts en lusteloosheid. De precieze oorzaak is nog niet achterhaald, maar er lijkt een genetische predispositie te zijn, daar de aandoening vaker gezien wordt in bepaalde lijnen van Tollers, Berner Senners, Beagles, Boxers en Duitse korthaar pointers. Het wordt af en toe ook bij andere rassen gezien.
Oorzaak
Zoals boven aangehaald is de oorzaak van de ontstekingen nog niet achterhaald. Dit heeft ook geleid tot een plethora aan benamingen van de aandoening. Men vindt in de literatuur verscheidene synoniemen terug, zoals steroïd responsieve meningitis, necrotiserende vasculitis, suppuratieve, steriele of aseptische meningitis. Er zijn aanwijzingen dat het canine pijn syndroom dezelfde aandoening zou zijn.
In dit artikel zal verder de afkorting SRMA gebruikt worden, die staat voor Steroid-Responsieve Meningitis-Arteriitis .
SRMA is een immuun-gemedieerde ontsteking van de meningen (hersenvliezen) en de arteriën (bloedvaten) van de hersenvliezen, waarbij antistoffen (IgG, IgM en IgA) gevormd worden in het cerebrospinaal vocht (CSV, hersenvocht). Dit lijkt een lokale reactie te zijn, die er ook voor zorgt dat er (via de chemotactische factor IL-8) ontstekingscellen (neutrofielen) aangetrokken worden, die de ontstekingsreactie verergeren en de hersenvliezen en de bloedvaten aantasten. De reden waarom deze ontstekingsreactie zo plots verschijnt is onduidelijk. Er wordt op dit moment onderzocht of de ontsteking het gevolg is van genetische factoren die het immuunsysteem aansturen en of ze het gevolg kunnen zijn van het gebruik van herhaalde vaccinaties met multivalente levend verzwakte vaccins.
SRMA wordt soms ook gezien bij honden die last hebben van niet-erosieve gewrichtsontstekingen ten gevolge van immuun-gemedieerde polyartritis (IMPA).
Klinische symptomen
De aandoening wordt het meest gezien bij jong volwassen dieren van de grotere rassen, en uit zich meestal tussen de leeftijd van 8 tot 18 maanden, hoewel de leeftijdsgrens kan variëren van 4 maanden tot 7 jaar oud.
De meest opvallende symptomen van SRMA in het acute stadium zijn hoge koorts (39,5 tot 42 graden Celsius), nekstijfheid, nekpijn, rugpijn en overgevoeligheid, waarbij de dieren met een opgetrokken rug staan en hun eetlust kunnen verliezen. Als de aandoening onbehandeld blijft gaat het over tot de atypische chronische vorm waarbij steeds ergere neurologische uitvalsverschijnselen ontstaan met ongecoördineerde overdreven bewegingen, coördinatiestoornissen en verlammingsverschijnselen.
Diagnose
De diagnose van SRMA wordt gesteld door middel van de klinische symptomen, bloedonderzoek en het onderzoek van het cerebrospinaal vocht.
Uit het bloedonderzoek komt meestal een ontstekingsbeeld met een linksverschuiving van de perifere neutrofielen en soms een verhoogde bezinkingstijd van de rode bloedcellen. Een verhoging van de IgA concentratie in het serum (>122 microgram/ml, normaal 10-100 microgram/ml) is sterk indicatief. Het onderzoek van het CSV vertoont een veralgemeende vermeerdering van het aantal witte bloedcellen, waarbij in de acute fase de neutrofielen domineren, maar waarbij er in de atypische fase een milde verhoging is van de mononucleaire leucocyten. Er is een licht tot sterk verhoogde toename van eiwitten in het CSV, waarbij een toename van de IgA concentratie (>0.8 microgram/ml, normaal <0.2 microgram/ml) weer sterk indicatief is.
Bacteriële (aëroob/anaëroob) en schimmelkweken van CSV, bloed en urine zijn negatief. Vooral de combinatie van verhoogde IgA concentraties en serum en CSV is nuttig in atypische gevallen, daar andere soorten ontstekingen van de hersenvliezen enkel een stijging van IgA in het hersenvocht laten zien.
Behandeling en prognose
Een zo spoedig mogelijke diagnose verbetert het succes van de behandeling. De behandeling kan soms maanden in beslag nemen, met een gemiddelde van zo’n 6 maanden.
Er wordt gestart met prednisolon volgens een immunosuppressief schema. De eerste 2 dagen prednisolon 4 mg/kg een maal daags, dan 2 weken 2 mg/kg, dan 2 weken 1 mg/kg, dan 2 weken 0.5 mg/kg. Daarna wordt overgegaan op 0.5 mg/kg om de andere dag. De behandeling wordt stopgezet na 6 maanden als de klinische symptomen zijn verdwenen en de hoeveelheid witte bloedcellen en IgA in het bloed en CSV zijn gedaald. Er is echter vaak nog een lichte verhoging van de IgA waarden ondanks de immunosuppresieve therapie in het bloed en in het CSV.
De meeste dieren genezen volledig, echter een deel hervalt maar herstelt volledig na een tweede prednisolon behandeling. De meeste dieren zijn klachtenvrij vanaf dat ze de leeftijd van 2 jaar hebben bereikt. Een klein gedeelte hervalt meermaals en zal levenslang op een corticosteroïden behandeling blijven. Oudere honden met hoge IgA titers in het CSV en frequente hervallen lijken een langere therapieduur nodig te hebben en hebben een ongunstigere prognose voor de langere termijn.
De met de prednisolon therapie geassocieerde problemen van veel drinken, veel plassen en aanzet van gewicht blijken tijdelijk te zijn en verdwijnen meestal na het stopzetten van de behandeling.
Het geven van antibiotica is niet nodig of zinvol, er is namelijk geen infectieuze component aanwezig.
Geschreven door
Drs. Tom Boumans
WHG Dierenartsen