MDR1 gendefect

 

Medicijnovergevoeligheid bij collies en aanverwante rassen

Het is al jaren bekend dat er bij collies en aanverwante rassen een overgevoeligheid voor bepaalde geneesmiddelen voorkomt. Het middel ivermectine, dat ingezet wordt bij de bestrijding van wormen en andere parasitaire infecties, is in deze berucht. Bij honden met een overgevoeligheid voor dit middel kunnen na toediening vergiftigingsverschijnselen, die vooral betrekking hebben op het zenuwstelsel, ontstaan. De honden kunnen toevallen met spierkrampen krijgen, ze kunnen bewusteloos en zelfs in coma raken. De hartslag kan vertragen met als gevolg zuurstofgebrek en een daling van de lichaamstemperatuur. Daarnaast kunnen de dieren gaan speekselen, braken of diarree krijgen. Helaas is het al meerdere malen voorgekomen dat een dier overlijdt, na de toediening van een “simpel” ontwormingsmiddel (met daarin de stof ivermectine).

Uit onderzoek is naar voren gekomen binnen welke hondenrassen deze overgevoeligheid voorkomt en dat het een erfelijke aandoening is. Helaas is ivermectine niet het enige middel waarvoor de overgevoeligheid bestaat. Daarnaast is er een DNA-test beschikbaar waarmee op voorhand kan worden vastgesteld welke honden in de problemen kunnen komen bij de toediening van bepaalde medicijnen. Dit is niet alleen voor de betreffende hond, eigenaar en hun dierenarts zeer belangrijke informatie, ook voor fokkers is dit een doorbraak omdat ze nu bij het fokken van honden kunnen gaan selecteren op dieren die niet aan medicijnovergevoeligheid lijden.

Rassen die risico’s lopen

Aanvankelijk werd de medicijnovergevoeligheid vooral beschreven als een probleem bij Collies. Intussen weten we dat niet alleen Collies aangedaan zijn met het gendefect.

Voor de Nova Scotia Duck Tolling Retriever is de test in 2008 vrijgegeven op basis van web-informatie. Sindsdien zijn er enkele Nova Scotia Duck Tolling Retriever onderzocht voor MDR1, deze aantallen zijn niet voldoende om een verantwoorde conclusie mogelijk te maken. Bij de fokaangelegenhedencommissie zijn tot nu toe geen MDR1 dragers of lijders bekend.

Medicijnen die problemen kunnen veroorzaken

Ivermectine is het meest beruchte medicijn, maar er zijn meer medicijnen beschreven die problemen kunnen veroorzaken bij de bovengenoemde rassen:

Klasse A

Gebruik deze medicijnen niet voor honden met MDR1 gen defect

Ivermectine stoffen

Tegen parasieten zoals wormen, mijten en luizen: Diapec, Ecomectin, Equimax, Eqvalan, Ivomec, Noromectin, Paramectin, Qualimec, Sumex, Virbamec.

Doramectine stoffen

Tegen parasieten zoals wormen, mijten en luizen: Dectomax.

Loperamide stoffen

Ter bestrijding van diarree: Imodium

Moxidectine stoffen

Tegen parasieten zoals wormen, mijten en luizen: Cydectin, erzoek, Flagyl (de werkzame stof in Flagyl is metronidazol).

Klasse B

Gebruik alleen onder nauw toezicht van dierenarts

Cytostatica (Chemotherapie):

Vinblastine, Vincristine, Doxorubicine, Paclitaxel, Docetaxel, Methotrexat, Vincristine.

Immunosuppressieve:

Ter onderdrukking van de werking van het immuunsysteem: Cyclosporine A.

Glucosiden (heterosiden):

Ter versterking van de hartfunctie: Digoxine, Methyldigoxine.

Ter bestrijding van hartritmestoornissen

Verapamil, Diltiazem, Chinidine.

Opiaten

Morphium.

Ter bestrijding van misselijkheid en braken

Ondansetron, Domperidon, Metoclopramide.

Ter onderdrukking van allergische reacties

Ebastine.

Celgroeiremmers, remming groei van tumoren

Vincristine, Vinblastine en Doxorubicine.

Glucocorticoide

Ontstekingsremmer, remt allergische reacties: Dexamethason.

Antibiotica

Ter bestrijding van bacteriele infecties. Sparfloxacin, Grepafloxacin, Erythromycin.

Acepromazine

Kalmeringsmiddel en pre-anesthetic agent*

Butorfanol

Pijnstillende en pre-anesthetic agent*

Andere medicijnen:

Etoposide, Mitoxantrone, Paclitaxel, rifampicine.

Klasse C

Kan alleen worden gebruikt in de toegestane vorm en dosis!Selamectin (Stronghold), Milbemax en Advocate.
* Bij honden met de MDR1 mutatie, neigen acepromazine en Butorfanol een meer diepgaande en langdurige sedatie te veroorzaken. Het wordt aanbevolen om de dosis met 25% te verminderen voor honden die de MDR1 mutatie heterozygoot dragen (MDR1 / N) en met 30-50% bij honden die de MDR1 mutatie homozygoot dragen (MDR1 / MDR1).

We moeten aannemen dat deze rij geneesmiddelen nog niet volledig is en dat er in de loop van de tijd meer medicijnen aan toegevoegd kunnen worden.

Het MDR1 gen

Honden met een overgevoeligheid voor bovengenoemde medicijnen hebben een defect in het DNA in het zogenaamde Multi Drug Resistence 1 gen (MDR1-gen). Het MDR1-gen zorgt voor de productie van P-glycoproteine, een stof die ervoor moet zorgen dat allerlei toxische stoffen slechts in geringe concentraties in de hersencellen kunnen voorkomen. Honden met een MDR1 gendefect kunnen de stof P-glycoproteine niet maken, waardoor bepaalde stoffen (in ieder geval de bovenstaande medicijnen) niet uit de hersencellen geweerd kunnen worden. Hierdoor wordt de concentratie van deze stoffen in de hersencellen zo hoog dat ze giftig kunnen worden en voor problemen zorgen.

DNA testen

DNA testen voor MDR1 zijn bij verschillende laboratoria beschikbaar om vast te stellen of het MDR1-defect aanwezig is.

Uitslag van de test

Elke hond beschikt op het MDR1 gen over twee MDR1-allelen, één is afkomstig van de moeder en één van de vader. De testuitslag kan dus drie verschillende uitkomsten bevatten:

Gezond: twee normale MDR1 allelen (N/N):

Bij de keuze van geneesmiddelen hoeft geen bijzondere voorzichtigheid in acht genomen te worden en kunnen bovengenoemde medicijnen zonder een verhoogde kans op problemen toegediend krijgen. Ongewenste bijwerkingen van geneesmiddelen, zoals die voor elk dier gelden, kunnen natuurlijk niet uitgesloten worden.

Drager: een normaal en een defect MDR1 allel (MDR1/N):

Drager van een defect MDR1 allel. Deze dieren kunnen de medicijnovergevoeligheid wel doorgeven aan hun nakomelingen, maar hebben zelf zeer waarschijnlijk geen last van medicijnovergevoeligheid. Ongewenste bijwerkingen van geneesmiddelen, zoals die voor elk dier gelden, kunnen natuurlijk niet uitgesloten worden.

Lijder: twee defecte MDR1 allelen (MDR1/MDR1):

Deze dieren hebben een overgevoeligheid voor bovengenoemde medicijnen en misschien voor nog wel meer medicijnen. Deze middelen moeten bij deze dieren dus zeker niet toegepast worden. Ze geven het defecte allel zeker door aan hun nakomelingen. Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat deze dieren voor het overige, voor zover nu bekend, volkomen normaal functionerende dieren zijn.

Voor de Nova Scotia Duck Tolling Retriever zijn er geen regels vastgesteld in het fokreglement omdat er slechts enkele Nova Scotia Duck Tolling Retriever zijn onderzocht voor MDR1, deze aantallen zijn niet voldoende om een verantwoorde conclusie mogelijk te maken. Bij de fokaangelegenhedencommissie zijn tot nu toe geen MDR1 dragers of lijders bekend.